alleen op zijn kamer zittend
waar hij zo graag samen was
met de liefde van zijn leven
staart hij wat buiten passeert
de tijd met denken dodend
aan wat tussen hen gebeurde
tot zij op een dag vertelde
dat zij hem verlaten moest
na een avond vol van drank
zei zij alleen te willen zijn
nu haar hart gebroken was
door zijn dronken bekentenis
dat hij ooit in een wilde nacht
haar vergetend had verraden
door nevelig en vol van lust
in andermans armen te vallen
nu huilen hun gebroken harten
hopeloos alleen ieder voor zich
in de anderhalve meter wereld
terwijl er juist nu behoefte is
aan een arm om de schouder
die hen steun geeft en afleiding
bij het weer vinden van geluk
dat daar in duizend stukjes ligt
- Verdicht in coronatijd | 27 april 2020