tempo-verschil

– na een van de laatste wandelingen met boomer, onze hond

wandelend door de druilerigheid van de zondagmorgen,
loop ik achter onze hond;
samen een straatje om,
om met Rudi Carell te zingen.

strompelend en met gekromde rug,
verplaatst hij zich;
vóór sleept, min of meer, achter.

in gedachten mijmer ik weg:
gisteren nog een wollige, jonge, speelse pub;
die leert wat wel en niet voor ’t kluiven is;
wat voor buiten en wat voor binnen is.

dertien jaren later maar,
– de eigen kinderen nét als pubers aangeland -,
een oude, kalende grijsaard,
en, al lijkt het soms oostindisch, doof;
slecht ter poot en, bij tijd en wijle, incontinent.

vanuit de mand gadegeslagen,
interesseert de wereld nog wel;
maar er aan snuffelen en snuiven,
dát is over.

soms nog,
welhaast eindeloos,
drentelt hij rusteloos zijn terrein;
als is hij bang in te slapen;
voorgoed?!

vaker wordt gezegd:
– telkens door de feiten achterhaald –
lang zal hij het niet meer maken.

soms zou je willen,
– voor hem –
dat het einde er al was;
maar je moet er niet aan denken,
– voor jezelf –
dat die leegte er is.

=====

weer thuis,
schudden wij ons uit;
hij is eerder deze keer dan ik.

de jas uittrekkend denk ik:
eigenlijk weinig verschil,
in de ontwikkeling;
uiteindelijk immers is het,
niet meer en niet minder,
tempo-verschil!

Plaats een reactie