het onbekende open

terwijl in het vooruit
het onbekende open ligt
vormt waarheen ik reis
de bagage van mijn leven
de trekkracht die mij roept
over de bergen en door de dalen
gelijk een donderslag bij heldere hemel
die zonder iets te zeggen
op de telmaat tot de donder
als een schuimspoor in de zee
mij de weg wijst
doorheen de streken, steden en de dorpen
op de tocht naar mijn avondland
waar – het trekken moe –
de bestemming van het eeuwig thuis
ontspringt in de herinnering
van hen die mij niet vergeten
die de weg zie zij vervolgen
met het licht zegenen
van wat ik bewaarde
het stof en het slijk
de zon en de regen
voor de weg die zij nog hebben te gaan

Plaats een reactie