Als ik stil ben…
héél stil ben. Dan denk, voel, hoor, ervaar en weet ik ze weer bij mij. De mensen van wie ik afscheid moest nemen. De vrienden, bekenden en naasten die vertrokken naar de overkant van de tijd.
Als ik stil ben…
héél stil. Dan komen de woorden, van herinnering, van dank, van waardering. De woorden die ik zo graag nog tegen ze wil zeggen. Woorden die er – vaak – niet waren toen het afscheid daar was.
Als ik stil ben…
héél stil. Dan zeg ik ze alsnog. Aan hen, aan wie achterbleven, aan mezelf. Uit dankbaarheid! Voor wie ze waren of wilden zijn! Voor mij. Voor wie ze lief hadden en voor zichzelf!
Capelle aan den IJssel, 2000.
Peter-Paul J. Doodkorte.